Achtergelaten Klimmer NOS

NOS Nieuws

Gemengde gevoelens in bergsport na dood achtergelaten drager op K2

De dood van de 27-jarige Pakistaanse bergbeklimmer Mohammed Hassan, vorige maand, zorgt voor veel ophef. Op sociale media gaan beelden rond waarop te zien is hoe bergbeklimmers over een zwaargewonde Hassan heen stappen op de K2, een van de moeilijkst beklimbare toppen van het gebergte Karakoram op de grens van Pakistan en China.

Hassan was even daarvoor uitgegleden op een gevaarlijk gedeelte van de klimroute. Hij maakte als drager deel uit van een groep die op 27 juli de K2 bedwong.

De vraag of Hassan daadwerkelijk niet meer te redden was, houdt de bergsport bezig. Was de top bereiken voor zijn medeklimmers belangrijker dan het redden van zijn leven? Of was het, zoals een van de klimmers in een verklaring schrijft, simpelweg onmogelijk om hem te redden?

‘Risico van het vak’

De Nederlandse bergbeklimmer Wilco van Rooijen deed zelf meerdere pogingen de K2 te beklimmen. Bij de derde poging in 2008 slaagde hij erin de top te bereiken. Dat gold niet voor elf anderen die deelnamen aan de beklimming.

Zelf raakte Van Rooijen vermist, maar hij wist bij de groep terug te keren. Wel verloor hij door bevriezing het merendeel van zijn tenen. Hij heeft begrip voor het besluit van de andere bergbeklimmers om Hassan achter te laten.

“Dit klinkt een beetje hard, maar dit zijn de risico’s van het vak. Iedereen weet dat op het moment dat je in het hooggebergte klimt, je eigenlijk niet kan verwachten dat iemand anders je leven zal redden”, zegt Van Rooijen. Het is daarom belangrijk dat klimmers zelf alles op orde hebben, aldus de bergbeklimmer.

Bucketlistklimmers

Of klimmers een teamgenoot die in de problemen is geraakt proberen te redden, heeft namelijk ook te maken met de onderlinge band binnen een team, zegt Van Rooijen. De afgelopen jaren is het alpinisme gecommercialiseerd, ziet hij. En dat is een probleem. “Door organisaties wordt voor veel geld een avontuur verkocht.”

“Bucketlistklimmers”, noemt Van Rooijen die klimmers. Ze tellen een flink bedrag neer voor deelname aan een klim en denken dat de organisatie problemen oplost. “Maar zo werkt dat natuurlijk niet.”

Ook met een goed team en een gedegen voorbereiding blijft klimmen op grote hoogte gevaarlijk. Reddingspogingen kunnen daarnaast een dodelijke afloop hebben. Zo hebben bergbeklimmers een beperkte voorraad zuurstof bij zich, waardoor er tijdsnood kan ontstaan.

Zelf verloor Van Rooijen ook een teamgenoot tijdens zijn K2-beklimming. De teamgenoot probeerde andere mensen te redden, maar overleefde zijn reddingspoging niet.

Onderbuik

Na de dodelijke afloop hoorde Van Rooijen dat zijn teamgenoot geen reddingspoging had moeten ondernemen. “Nee, maar als het wel was gelukt, dan sta je op de cover van alle tijdschriften.” Het redden van teamgenoten is daarom een moeilijke kwestie, zegt hij. “Neem van mij aan dat je op dat moment eigenlijk vanuit je onderbuik een beslissing neemt.”

Maar dat betekent niet dat hij niet met gemengde gevoelens naar de beelden kijkt. “Uiteindelijk ben ik van mening dat als je eroverheen kan stappen, je er ook iets anders mee kan.”

Die kritiek klinkt ook bij de andere bergbeklimmers die hun tocht afbliezen vanwege de slechte weersomstandigheden. Een van hen, Wilhelm Steindl, maakte de dronebeelden die nu rondgaan. Ook hij wijst erop dat dat de klimmers nog urenlang omhoogklommen en weer afdaalden na het ongeluk van Hassan.

Toch blijft het een moeilijke discussie, zegt Van Rooijen. Tijdens zijn expeditie probeerde een team een dode terug te krijgen naar het basiskamp. “En dat heeft geresulteerd in weer twee extra doden.”

Op de foto hieronder is de ‘bottleneck’ enkele honderden meters voor de top te zien. Op dit gevaarlijkste punt van de klim bleef Hassan achter.

De ‘bottleneck’ van de K2, waar Mohammed Hassan overleed

Doden zullen er blijven vallen in de bergsport. “Dit is niet nieuw, dit gebeurt elk jaar.” Het hoort bij de bergsport, zegt Van Rooijen. “Mensen die dit soort dingen doen, weten wat ze doen en nemen bewust dit soort risico’s.”

Maar dat geldt niet altijd voor de klimmers die veel geld neerleggen om met een organisatie de klim te maken. Volgens Van Rooijen scheppen de organisaties die de tochten aanbieden onterecht de verwachting dat zij de risico’s kunnen opvangen. “Als iemand ineens op het pad ligt, heeft zo’n klant geen idee wat hij moet doen.”

Geen westerling

En dan is er nog een pijnlijk aspect aan de dood van de Pakistaanse drager. “Ik denk oprecht dat als het een westerling was geweest of een sherpa, dat het dan anders zou zijn afgelopen”, zegt Van Rooijen. Een sherpa is een ervaren berggids; een drager is de persoon die spullen draagt voor andere klimmers.

“Deze man probeert zich op te werken, daar is niets voor geregeld”, zegt de bergbeklimmer. Hieruit blijkt dat de mensen die de tochten faciliteren van ondergeschikt belang zijn, zegt Van Rooijen. “De gevolgen, daarvan zouden we iets moeten vinden.”

 

Bron: https://nos.nl/artikel/2486564-gemengde-gevoelens-in-bergsport-na-dood-achtergelaten-drager-op-k2