Vanochtend om 5.15u opgestaan. 5.30 ontbijten en om 6.00u zouden we met de heli vliegen. Het hele team mag ons van dichtbij uitzwaaien vanaf het heli platform. Eerst zouden we met zijn 3-en en de piloot vliegen. Naast Cas en mij een Indiër maar op het laatst gaat er toch ook nog een manager mee van de heli dienst. De heli wordt handmatig met 10 liter jerrycan’s afgedankt, er gaan er meer dan 10 in. Uiteindelijk vliegen we net iets voor 7.00u weg. Ik zit voorin naast de piloot waar ik al zijn verrichtingen van zeer dichtbij kan volgen. Ik zoek naar de brandstofmeter want we zijn redelijk aan het maximale gewicht om over 5000 meter te vliegen. Als we vertrekken gaat de zeer ervaren Nepalese piloot die in de Filippijnen heeft gevolgen, Oekraïne, Zwitserland en heel veel jaren in Nepal voorzichtig te werk. Hij laat de heli niet duiken of steil omhoog trekken maar zoekt minutieus zijn juiste route. We vliegen naar het oosten en dus recht tegen de zon in die nog laag aan de horizon staat. We zien er slecht ook door de mist en overcast. Het wordt zo slecht zicht dat ik me afvraag waar de piloot zijn oriëntatie vandaan haalt. Hij gaat bewust laag vliegen zodat hij over de bergkammen met de talloze bossen scheert. En na zo’n dik half uur gevlogen te hebben vliegt hij recht op een dorpje af in de bergen op een hoge helling. Ik zie geen plek om te landen of een windzak maar toch zet hij hem tussen een paar huizen in. Ongelofelijk hij weet blijkbaar wat hij doet. We krijgen te horen dat het zicht te slecht is en we een paar uur gaan wachten op hopelijk beter zicht. De piloot weet ook niet hoe het weer of het zicht is richting de eindbestemming in de bergen waar niemand definitief woont. Er is daar uiteraard ook geen bereik. Het blijft dus een avontuur. Als Cas, de Indiër en ik een tentje hebben gevonden waar we koffie kunnen krijgen komt er een verwarde man op ons af. Eerst zingt hij iets onbegrijpelijks en daarna begint hij spontaan te huilen. We weten eerst niet zo goed hoe te reageren. Moet je compassie voor die man hebben of juist oogcontact uit de weg gaan. De Indiër maant ons geen oogcontact te maken. Maar het ziet er heel zielig uit. Als de vrouw van het koffietentje de man opmerkt pakt ze een stok en begint plots op de man in te slaan. Ze schreeuwen naar elkaar en de vrouw slaat zo hard dat de stok in stukken breekt. De man slaat half terug en met heel veel tegenzin verlaat de man dan toch de plek. Hij blijkt dronken te zijn en niet alleen ons lastig te vallen. Maar omdat iedereen hem verder negeert kan hij weinig aanrichten. Later als we een wandelingetje door het dorp maken komen we hem weer tegen en gaat hij tussen Cas en mij inlopen. Ik ontwijk hem maar hij begint te spugen. Dan is Cas het zat en begint te schelden dat hij op moet hoepelen. Gelukkig doet hij dat en is de rust wedergekeerd. Terug bij het koffie tentje zit de piloot er ook inmiddels en vraagt of we wat willen eten. Standaard nemen we allemaal Dahl Bhat en inmiddels ben ik er aan gewend dat deze maaltijd overal anders bereid wordt en smaakt. Maar de leuze, Dhal Bhat 24 hour power, gaat altijd op. Na de maaltijd is het zicht niet veel beter geworden maar wil de piloot het toch weer gaan proberen. We stappen weer in en met enige spectakel en het opstuivende zand en stof komen we los en vliegen over de bossen verder. Na weer een half uur eindeloze bossen met best veel dorpjes en wegen op al die hellingen gaat de piloot cirkelen en is duidelijk op zoek naar iets. Na wat heen en weer gevlogen te hebben vliegt hij op een bergtop af waar ruimte genoeg lijkt maar de ondergrond zeer rotsig en ongelijk is. Ik zie ook vanuit alle hoeken kinderen en mensen de berg op rennen naar de plek waar we gaan landen. Geen idee waar we nu terecht zijn gekomen maar het blijkt dat we extra brandstof moeten inslaan. De piloot laat de heli boven de grond zweven, de manager van de heli service stapt uit en geeft de piloot vervolgens aanwijzingen waar hij de kist wel redelijk vlak kan laten landen. Zodra we aan de grond staan stappen we uit en worden we omringt met blije kinderen en enkele schoolmeesters. Ze hebben allemaal blauwe traingspakjes aan het oranje teksten. Het is Nepalees dus we kunnen het niet lezen. De kinderen vragen 100 uit. Of we hun school komen bezoeken. Ik film het tafereel en dat zorgt voor nog meer plezier. Ze raken ons aan, voelen onze armen en we moeten onze biceps aanspannen. Zodra we dat doen is er nog meer hilariteit. Ondertussen vult de piloot met de manager de heli weer met een handpomp vanuit een drum. Als we weer vol zitten vervolgen we weer onze vlucht. Met onze tracker nemen we de route op maar ik heb geen idee waar we zitten. Zo ver het oog reikt alleen maar bossen en hellingen. Het zicht is nog steeds aller belabberst maar blijkbaar weet de piloot wat hij doet. En dan eindelijk beneden ons herkennen we een enorm breed stromende wilde rivier die uit een ander dal komt. De piloot draait dit dal in en direct is het een totaal onbewoond dal dat we herkennen omdat we het pad kunnen zien waar we in 2018 dagenlang overheen liepen. We herkennen zelfs de slaapplekken en nu komen we eindelijk in de buurt. Als we de nederzetting in Tseram herkennen zet de piloot daar de heli op een grasveld neer voor een oude hut. Hier gaat de Indiër eruit want hij zal verder te voet gaan in verband met zijn acclimatisatie. Wij zijn verder geacclimatiseerd dus kunnen door. We stijgen weer op maar zodra de heli begint te klimmen omdat het terrein fors stijgt botsen we tegen de omlaag komende bewolking aan. De piloot neemt geen risico en maakt een 180 graden bocht en vliegt weer terug naar Tseram. We gaan de hut binnen drinken melk thee maar we hebben het nog niet op of de piloot maant ons weer naar de heli te gaan. De zon breekt plots even door de wolken heen. We stijgen weer op en dit keer kiest de piloot de rechterkant van de enorme gletsjer waar we in 2018 maar liefst dik 2 dagen overheen klommen. Hij weet de wolken flarden te ontwijken maar via mijn headset hoor ik hem zeggen. No good. Toch vliegt hij door. Het is super spannend. Vliegen over de gletsjer tussen de morene ruggen door net onder de bewolking. Als de wolken nog verder zakken moet hij hem op de gletsjer neerzetten met alle risico’s van dien. Maar wonder boven wonder weet hij het Basiskamp van de machtige Kanchenjunga te bereiken. Dat wil zeggen we zien wat geld tentjes en keuken tenten staan maar lukt het om de heli daar op een miniplatform te parkeren. Het hele massief van de Kanchenjunga kun je niet zien, dat zit dik in de wolken. Blijkbaar is er wat lager in het officiële BC een ander plekje waar de piloot kans ziet de heli even aan de grond te zetten. Hij roept dat we snel moeten uit stappen met al onze bagage en de Sherpa’s ons wel helpen die naar boven te brengen. Zo gezegd zo gedaan. Met nog geen 10 min later tilt hij de heli weer van de grond en weg is ie. Letterlijk tussen de bewolking door. Wat een kanjer van een piloot.
Met behulp van de Sherpa’s tillen we onze rugzakken en duffels naar het officiële BC waar we in de messtent plaats nemen om op adem te komen hier op dik 5490m hoogte. We zijn helemaal hipper van wat we allemaal hebben meegemaakt. Later vernemen we van de rest van het team dat nadat ze ons hadden uitgezwaaid hun toestel niet meer naar Kathmandu kon vliegen. En de dag erop was het ook slecht weer dus geen vlucht. We beseffen dat we geluk hebben gehad.
We hebben de thee nog niet op of Rudi de Vlaming staat voor de messtent opening hij komt net terug van kamp 1. Ik loop naar buiten om hem te begroeten en prompt zie ik Marco Confortola ook voor het kamp staan. Ook hij is net terug van kamp 1. Met Marco hebben we een goede band door alles wat we met elkaar hebben meegemaakt op K2. Ook hij is al zijn tenen kwijt geraakt en ook hij was er in 2018 bij op de Kanchenjunga maar haalde ook niet de top. Nu zijn we weer allemaal terug. Ons internationale team waarmee we de messtent delen bestaat verder uit een jonge sterke Pakistaan van 20 jaar. Een Spanjaard. Een Gurka Nepalese vrouw, een vrouw uit Roemenië en een vrouw uit Mongolië. We hebben nog nooit zoveel vrouwen in ons team gehad. Ze zijn allemaal opzichzelf hoewel ze allemaal persoonlijke Sherpa’s hebben een met extra zuurstof klimmen.