Zondag 9 juli, Lagginhorn (4010m)
Johan Jansen en ik pakten de trein op zaterdag vanuit Arnhem om 9.45u naar Zwitserland. Met slechts 2x overstappen in Düsseldorf en Basel zouden we on 19.00u in Visp zijn. Voor €137,- reden we 1e klas daar konden we zelfs met onze Tesla qua duurzaamheid en tijd niet tegen op rijden. Terug zouden we meerijden met Eddie Siebers.
Eddie was al in de Alpen om te acclimatiseren en had zijn eerste 4000-er al beklommen! Deze week stond in het teken om de Weisshorn (4505m) te beklimmen. De droom berg van Eddie waarvoor wij ons graag leende wegens al zijn werk en initiatief wat betreft Naar de Top voor KiKa. Een initiatief dat in 5 klimjaren (verspreid over 8 jaar) 1 miljoen euro bij elkaar geklommen had.
We slapen de eerste nacht in het hotelletje Moulin in Saas Grund. De volgende ochtend haalt Eddie ons op en nemen we de eerste kabelbaan om 7.30 uur vanuit Saas Fee naar Hohsaas op (3101m). We willen de Lagginhorn overschrijding proberen. Wel een beetje ambitieus direct uit Nederland maar we voelen ons goed, het weer is perfect en als het niet gaat kunnen we altijd omdraaien. We lopen rustig vanuit het kabelbaanstation omhoog over de morenen naar het sneeuw en ijsveld. We binden de stijgijzers onder en vervolgen onze beklimming richting het begin van de graat. Deze begint meestal eenvoudig maar al snel wordt het wat technischer maar daar komen we tenslotte voor.

Aan het touw beklimmen we bolwerk na bolwerk en is het prachtig klimmen in vaste rots maar magnifiek uitzicht. Zowel links als rechts steile afgronden wat het gevoel van echt klimmen oplevert.


Over de hele graad moeten we nog 3x abseilen en gelukkig hebben we een 60m touw zodat ook ik als laatste over 30m met dubbel touw makkelijk de grond haal. Hier en daar ligt erop de graat nog sneeuw en deze is van onbetrouwbare kwaliteit vanwege de veel te hoge temperaturen. Gisteren was er een record temperatuur in het dal van 35 graden in het dal en 5 graden boven nul op 3500 meter! Bij het passeren van een stuk sneeuw zakt Eddie plots door de sneeuwlaag en verzwikt zijn enkel op de stenen eronder. In eerste instantie heb ik nog niet zo door hoe erg het is. Eddie maakt er ook geen punt van en stug klimmen we door. Als we om we 15.08u op de top staan feliciteren we elkaar bij het houten kruis.


We zijn blij maar beseffen dat het rijkelijk laat is. Dit komt omdat we uiteraard pas om ruim over 8.00u aan de klim konden beginnen vanwege de kabelbaan. We binden de stijgijzers onder en beginnen aan de afdaling die in eerste instantie steil en vlot verloopt door de sneeuw. Echter wordt de sneeuw steeds zachter en om beurten zakken we wel een keer tot de knieën weg. Dat is altijd gevaarlijk vooral als je aan het touw loopt want degene voor je trekt dan door waardoor je je knie verdraaid als je niet uitkijkt. En dat gebeurt precies wederom bij Eddie. Gelukkig valt het mee denkt hij en vervolgen we weer onze weg. Veel andere opties heb je overigens niet tenzij je de helikopter van de reddingsdienst belt. Als we eindelijk uit de sneeuw komen op de afdaling beseffen we dat we de laatste lift om 16.15u never nooit gaan halen. Eddie belt met Loek z’n vriend in het dal en die informeert bij Astrid de bazin van het hotel Romantica of het mogelijk is om een 4×4 jeep de berg op te laten rijden tot aan de Weissmieshütte (2726m). Helaas is dat niet mogelijk ivm vergunningen. Wel kan ze haar man omhoog laten rijden naar het dorpje Trift (2072m).
Als we eindelijk aankomen om 18.30u bij de Weissmieshütte kunnen we gelukkig nog mee eten. Chili con carne is wat de pot schaft maar gelukkig hebben ze ook nog een vega versie die mij verrekte goed smaakt. Eddie klaagt dat de chille con carne niet te eten is en net een slecht gelukte soep is. Het goede nieuws is dat Eddie het voor elkaar krijgt om de 4×4 Quad naar beneden te laten rijden tot aan Trift. Hij houd een verhaal op dat Johan een blessure heeft en niet verder kan lopen. Helaas kunnen er slechts 2 personen naast de chauffeur mee dus zit er niks anders voor mij op om te lopen. In een draft daal ik de 700 hoogtemeters af en kom slechts 10 minuten later aan in Trift waar Eddie en Johan al staan te wachten. Dan komt de man van Astrid en rijdt ons gelukkig het hele eind naar beneden naar ons hotelletje waar we de dag afsluiten met een heerlijk potje bier en voor Eddie en Loek een goed glas Whiskey.
Maandag 10 juli, Michabel hut
Vandaag komen Bart van de Bemmel en Dennis van Wegberg aan als het goed is. Zij hadden nog familie verplichtingen en zouden zonder acclimatisatie kijken hoe het zou gaan. We bestuderen het weer en het blijkt dat het er allemaal plots niet meer zo gunstig uitziet als gedacht. Twee verschillende meteo apps de één een Zwitserse en de ander een Franse spreken elkaar ook tegen! Wat te doen? We bespreken het met de Bart en Dennis die nog in de auto onderweg zijn en Eddie, Johan en ikzelf.
Allerlei plannen passeren de revue. Maar het lijkt er zelfs op dat na vandaag morgen en de rest van de week het weer steeds slechter wordt. Na wat denkwerk komt Eddie plots met zijn besluit dat hij het voor gezien houd. Hij heeft last van zijn enkel, knie en zelfs z’n lage rug. Gecombineerd met zijn drukke agenda thuis wil hij het risico niet nemen om langer te blijven en te herstellen. Johan en ik zijn verrast, proberen Eddie nog op andere gedachten te brengen maar zijn besluit staat vast. Nog geen uur later zwaaien we Eddie uit en is ons plan om met hem gezellig mee terug te rijden naar Nederland ook van de baan.
Bart en Dennis komen volgens schema aan om 14.30u in Saas Fee. Het gemaakte plan is de dat we gelijk omhoog willen klimmen naar de Michabel hut (3340m) een tocht van zo’n 4 uur vanaf Saas Fee (1808m). Bart en Dennis komen exact om 14.30u aan en om 15.00u lopen we bepakt en bezakt door Saas Fee op weg naar de Michabel hut. In het begin nog gezellig even met z’n 4-tjes maar al snel klimmen we ons eigen tempo. Ik ben blij dat ik enigzins geacclimatiseerd ben. Ik maak er een klein wedstrijdje van en probeer in één ruk door te klimmen naar boven. Ik weet nog uit 2013 met Naar de Top voor Kika dat het laatste stuk via staalkabels en stalen trappetjes verloopt. Uiteindelijk moet ik toch 2x heel even een slokje drinken en uitpuffen. Na 2 uur en 50 minuten sta ik om 17.50 uur voor de hut op 3340 meter.

Wel een heerlijke binnenkomst omdat de hut gerund wordt door 3 dames die uiterst vriendelijk zijn en behulpzaam. Echt een verschil met veel berghutten die vaak gerund worden door mannen die lijken gevlucht te zijn voor de maatschappij.
Na elkaar komen Dennis en weer wat later Johan ook binnen. Bart laat lang op zich wachten en komt pas om 19.30 uur binnen en heeft het helemaal gehad. Maar hij lacht nog steeds. Vanochtend om 2.00u opgestaan, van Nederland naar Zwitserland gereden en naar 3340m geklommen. Ik geef het he te doen. Dennis en Bart hebben ook geen eetlust. Benieuwd wat de nacht gaat brengen.
Dinsdag 11 juli, Lenzspitse (4294m)/Nadelhorn (4327m)

We staan om 02.00 uur op, ontbijten licht en gaan om 03.00 uur op pad. Er staat geen wind en het is gewoon warm. In een shirt met licht jasje klimmen we de graat op. Het is easy climbing totdat we over gecombineerd terrein er achter komen dat de firn (oude sneeuw) uiterst onbetrouwbaar is en geen echte goede hechting heeft op de ondergrond. We klimmen liever over de rotsen maar dat is ook een hoop losse troep. Afijn het zal hogerop wel beter worden denken we nog.

Maar heel veel hogerop komen we naast de steeds steiler wordende rotsgraat links een soort groot couloir tegen. Het lijkt aanlokkelijk om door het couloir te klimmen. Echter is het echt losse puin. Wat een vreselijke zooi en bloedlink om hierin omhoog te klimmen. Later blijkt uit de beschrijving dat hier normaal firn hoort te liggen. Harde oude sneeuw waar je dan vrij eenvoudig met stijgijzers door omhoog klimt.

Uiteindelijk keren we terug na de steile hoofdgraat en komen we gelukkig weer in vaste rots. Dan gaat het weer naar beneden een soort zadel naar de hoofdtop. Maar nog steeds zien we niet de echte top. Die ligt nog weer achter de besneeuwde rotstop die we zien. Het blijkt nog een aardig stuk klimmen te zijn met zelfs ook nog een abseil.
Uiteindelijk staan we om 9.40 uur op de top van de Lenzspitse. Geen groot kruis maar wel een klein Madonna beeldje. We vieren ons feestje.


In 2013 beklommen we al eens eerder de normaal route van de Nadelhorn maar nu vanaf deze kant is het een totaal andere berg. We zien in de verte het stalen kruis al op de top maar wat is het nog ver. Het is prachtig rotsklimmen en rotspassage na rotspassage komen we hoger en hoger totdat we weer moeten afklimmen en weer omhoog. Om 13.00 uur staan we dan eindelijk op de Nadelhorn.

Wat een klim! Gelukkig blijft het weer uitzonderlijk. Zo’n 40 min later bereiken Bart en Dennis de top.

We zien ze nog net als wij al slenterend over de te zachte sneeuw op de gletsjer naar beneden gaan. Op de gletsjer zijn Bart en Dennis een stuk sneller. Ze maken de 40 min weer goed en komen bijna gelijk aan om 15.50 uur bij de hut. Heel even lijkt dit het eindpunt. Tenslotte hebben we er bijna 15 uur opzitten. Gelukkig weten we elkaar te overtuigen dat laag slapen toch beter is en zeker met het naderen van het mogelijke slechte weer.
We lopen rond 17.30 uur naar beneden. Weer allemaal op ons eigen geschikte tempo. Een uur en 50 minuten later om 19.20 uur plof ik neer in het gras van Saas Fee. Een kleine regenbui volgt maar onweer blijft uit. Als ik in het gras ligt te wachten komt Dennis aangelopen en weer veel later gelukkig ook Johan en Bart.
We hebben het alle 4 helemaal gehad maar Bart is er helemaal klaar mee en heeft de laatste paar uur ook koppijn. Letterlijk door de pijngrens heen zullen we maar zeggen.
Na wat discussie over pizza eten, bier drinken en/of slapen wordt de knoop doorgehakt en gaat Johan de overnachting regelen zodat Bart kan gaan slapen en zoeken Dennis en ik een eettentje waar we een wok maaltijd nemen en een pasta bestellen voor Johan voordat de kok naar huis is. Na 1 biertje is het gedaan. Die nacht slapen we allemaal als roosjes in ons appartement in hotel Romantica van Astrid.
Woensdag 12 juli, Saasgrund
Vandaag houden we een rustdag ook omdat het weer minder is. Regen, bewolking en harde wind.
We slapen uit en slapen als roosjes. In de ochtend een heerlijk ontbijt met alles erop en eraan. Daarna gaan we met een kabelbaantje naar Felskinn. De gondel is bij a leeg want wie gaat er nu omhoog in de mist. Hoe hoger we komen, hoe harder het gaat waaien. Heel stoer verteld de kabelbaan bediende nog hoe de gondel ooit tegen de midden mast botste vanwege de harde wind. Ook nu leest hij een windsnelheid af van 55-60km/uur.

Donderdag 13 juli, Rothalhütte

Om 8.30 uur gaan we ontbijten. Tijdens het ontbijt geeft Johan aan toch niet mee te gaan naar de Rothalhütte en de volgende beklimmingen. Hij voelt zich te moe en wil het graag hierbij houden. Hij gaat wel mee naar Zermatt maar gaat voor een eigen makkelijkere dagtocht. Na ontbijt pakken we de spullen en rijden naar het volgende dal van Saas Fee naar Täsch. In Täsch parkeren we de auto en nemen het treintje naar het autovrije Zermatt. Het regent licht in Zermatt met veel bewolking. We nemen afscheid van Johan die we over 2 dagen weer hopen te zien. Halverwege Zermatt nemen we een steil zeer smal weggetje tussen de dure appartementen door omhoog. Het blijkt niet meer op te houden wat betreft de steilte omhoog. We klimmen door een nauwe schlucht door waar ook het water met geweld door naar beneden komt van grote hoogte. Het is prachtig maar wat gaat het steil omhoog. Er staat dik 4 en een half uur naar de Rothalhütte maar we richten ons op het Trifft hotel ongeveer halverwege. We zetten er ondanks de steilte toch een flink tempo in en dat blijkt als we maar liefst al na 1,5 uur klimmen aankomen in het Trifft hotel. Ik ben doorweekt van het zweet en was me eerst in de beek. Daarna komen ook Dennis en Bart doorweekt aan.

We drinken een halve liter hausgemachte icetea en daarna nog een bak koffie. Na een uurtje rust gaan we weer door. Het is nog steeds bewolkt maar af en toe breekt de zon door. Er staat een koude wind maar omdat we zeer inspannend omhoog klimmen klimmen we toch in ons T-shirt. Er vliegen talloze helikopters boven ons hoofd af en aan want er blijkt een nieuwe Rothalhütte gebouwd te worden naast de kleine oude. We hadden ook nog maar net de 3 laatste plekjes in de hut. Als we tegen 16.00u aankomen in de hut is het prachtig.

Wel nog bewolking maar zicht op ons doel voor morgen de Obergabelhorn. De Rothorn ligt achter de hut en kunnen we niet echt zien. Maar die staat een dag later op het programma. Het is een kleine maar zeer mooie authentieke hut. Fijn dat het gelukt is met aanmelden.
Vrijdag 14 juli, Obergabelhorn (4063m)
Om 03.00u loopt de wekker af en gaan we ontbijten. Thee, wat brood en een klein bakje koude havermout. We vertrekken om 03.45u. Vanuit de Rothal hut de gletsjer op. Gelukkig is het vannacht koud genoeg geweest en is de sneeuw hard. Dat loopt lekker snel met de stijgijzers en aan het touw. We passeren wat gletsjerspleten en via de gletsjer winnen we al snel flink hoogte. Dan maken we een bocht en gaat het steiler omhoog totdat we in de rotsen terecht komen.

We klauteren omhoog en het is lastig zoeken naar de juiste route. We zijn de eerste touwgroep want op de gletsjer hebben we er twee ingehaald. We checken nog een keer of we goed zitten via de app FATMAP en het klopt. Hogerop hebben we links een goot en rechts een bolwerk. Eigenlijk wil ik over het bolwerk om zo op de rotsgraat te blijven maar uiteindelijk trekken we de stijgijzers weer aan en klimmen door een verijsde sneeuwgoot. Als we die uitklimmen komen we op de voortop van de Welle. Het is een rotseiland die overgaat in een sneeuwberg. Deze moeten we over, vervolgens afdalen via een sneeuwgraad en dan weer omhoog klimmen eerst via een steeds steiler wordende sneeuw flank die over gaat in een rots graat. We beklimmen de rotsgraat en deze wordt steeds steiler maar met gelukkig vaste rotsen. Het is mooi klimmen. Links en rechts diepe afgronden en enorme vergezichten. Uitzicht op de Alphubel, Täshhorn, Dom, Monta Rosa, Lenzspitse, Matterhorn Noordwand etc, etc.

Als ik zo naar de Matterhorn Noordwand (4478m) kijk die ik in juli 1992 samen met Cas van de Gevel beklom via de Schmid route dan zou ik er nu niet meer in durven gezien de klimatologische omstandigheden. Er zit eenvoudigweg gewoon te weinig ijs en sneeuw in de Noordwand.

Dat geldt overigens ook voor de Noordwanden Dent d’Hérens (4171m) en tevens de Noordwand van de Dent Blanche (4357m). allemaal gedaan in de jaren ’90.

Boven aan de rotsgraat moeten we weer de sneeuw flank in en de stijgijzers aantrekken. We volgen de sneeuwgraad totdat we eindelijk bij de toppiramide aankomen en die ziet er vreselijk steil uit.
Gelukkig hangen er dikke vaste touwen en met de stijgijzers over de rotsen vinden we voldoende houvast. Met behulp van de touwen klimmen we vlot door de steile rotswand en komen op het laatste stuk. We klauteren over het laatste stukje rotsgraat en komen op de sneeuwtop.


Het is echt een steile top met minimalistische plek voor ons 3-en en de topfoto. Het is 8.00u. We hebben flink doorgeklommen. We feliciteren elkaar, maken foto’s en film en genieten ronduit. Wat een uitzicht!

Daarna gaan we weer snel afdalen en proberen zoveel mogelijk af te klim
men maar ontkomen er niet aan een paar abseils te maken. Dit kost altijd veel tijd en gedoe maar is wel het meest veilig. We doen het rustig aan en inmiddels hebben we met z’n 3-en ook wel een systeem.
De laatste abseil is een lange door het brokkelige terrein en dan staan we op de sneeuw. Na een kleine pauze vervolgen we over de gletsjer verder naar beneden. De sneeuw is inmiddels zacht en we skiën meer dan lopend naar beneden. Om 12.15u zijn we terug bij de hut. Niet slecht in 8.5 uur naar de top en terug. Het is heerlijk weer. We gooien alles uit op het terras, drinken halve liters Icetea, eten soep en kijken terug op een geslaagde tocht. We zijn trots!
Zaterdag 15 juli, Zinalrothorn (4221m)

Iets voor 3.00u wordt ik wakker door het gestommel van de klimmers op de kamer die zich alweer klaar maken. Even later zitten wij ook weer aan het karige Zwitserse ontbijt. En om 3.45u vertrekken we achter de Rothalhütte omhoog.

Eerst over de gletsjer waarop we de eerste hoogtemeters maken. Dan komen we aan bij de rotsen waar we een rotscouloir door moeten. Het is nog donker en voorons hebben klimmers moeite om door het technische stuk heen te komen. Het doet me denken aan de K2. In de bottle neck op ruim 8300m hoogte moesten we een steil stuk ijswand door. Voor ons Koreaanse klimmers die erg veel moeite hadden om met hun ijsbijlen door dit moeilijke steile stuk te komen hielden de boel enorm op. En terwijl je je tijd staat te verdien sta je ook nog eens bloot aan een enorm steenslag gevaar. Stenen zijn snel losgetrapt zeker door klimmende klanten met gidsen.
Dan eindelijk is het onze beurt en wij klimmen er soepel doorheen. Dan volgt een heel lang stuk morene met allemaal losse stenen en rotsblokken. Omdat we tussendoor nog wat sneeuw en ijs velden oversteken houden we onze stijgijzers aan wat het lopen over de losse stenen er niet lekkerder op maakt. Het is flink zoeken naar de route want deze is verre van duidelijk en recht tour recht aan. Aan de koplampjes voor ons zien we plots dat de route helemaal naar links verloopt over de rotsgraat in de verte. Bart spreekt zijn twijfel uit over de route maar er is toch echt maar 1 normaal route. We volgen de morene tot op de graat en uiteindelijk komen we bij het grote sneeuw/ijsveld uit wat voor het grote rotsbolwerk naar de top leidt. Dat laatste maakt de Zignalrothorn zo’n karakteristieke berg.

Van afstand een echte rots pilaar naar de top. Als we de top van het sneeuwplateau bereikt hebben gaan we de rotsen in. Helaas zijn we niet alleen en al zijn we in een record tempo hier naar toe geklommen gaat het vanaf nu lang duren. Eerst proberen we nog langs wat touwgroepen te klimmen door hoger op de rotsgraat te klimmen die helemaal schuin naar links loopt naar het uiteindelijke bolwerk. De andere touwgroepen kiezen om iets lager door de rotsen en deels sneeuw te traverseren. Maar al snel blijkt dat we er niet veel mee opschieten. Dan zijn we bij het grote rotsbolwerk en loopt de route door een soort van couloir. De route gaat links van het deels sneeuwcouloir over de rotsen, Bart die voorop klimt kiest voor het couloir zelf wat op zich prima zou zijn als er voldoende sneeuw en ijs in zou zitten. Het meeste is echter al weg gesmolten. Daardoor liggen er veel losse stenen en gruis en dat levert veel steenslag gevaar op voor de klimmers onder ons. Met ons treffen we twee andere Nederlanders die de rest van de beklimming bij ons in de buurt blijft. Het zijn gelukkig goede klimmers die de dag ervoor de zuidwand van de Obergabelhorn hebben gedaan. Uiteindelijk volgen we ook de rotsgraat langs het couloir tot op het zadel waar een ijzig koud windje staat. Dan begint de leuke beklimming over de vaste rotsen en platen. Gelukkig is de route goed behaakt ook met abseil punten dat maakt de afdaling wel zo veilig met zoveel klimmers. Bijna alle klimmers zijn gidsen met klanten. Als we uiteindelijk het echt laatste stuk willen beklimmen gaan we rechts om een groot rotsblok heen waar iedereen links gaat.

Maar helaas loopt deze variant voor ons dood. Maar we zitten wel eindelijk in de zon. We warmen een beetje op en gaan dan terug linksom om het blok. Dan volgt nog een stukje op- en af en dan via een laatste steile klim komen we op de top (4221m) waar een relatief klein kruis staat. Het is rond 8.00u.


Er is nauwelijks plaats voor meerdere klimmers dus we maken snel wat foto’s feliciteren elkaar en beginnen gelijk aan de afdaling zodat we veel groepjes voor blijven.

Het voorkomt uiteraard niet dat we nog genoeg touwgroepen moeten passeren die nog aan het omhoog komen zijn. En passeren betekend wachten tot je de buurt krijgt om te komen. Gelukkig zijn we met zijn 3-en Bart, Dennis en ik inmiddels bedreven in het afklimmen en dit voorkomt dat we veel tijd verliezen met lange abseils. Abseilen klinkt leuk en als je eenmaal in het touw hangt gaat het ook vlot maar het opbouwen en afbreken en een 60 meter touw weer opschieten kost altijd meer tijd. Maar ook nu weer wordt er geregeld een klant van boven over ons heen abgeseilt waar van boven een gids commando’s in een vaak vreemde taal voor hem loopt te schreeuwen om de klant uit te leggen waar zij/hij moet stoppen en een zelfzekering moet maken. Bart is zo vriendelijk om een onwetende vrouw te helpen. Gelukkig wordt de hulp gewaardeerd. Na nog wat inspannende uren komen we terug in het zadel en volgt de afdaling door het couloir en staan we weer op het sneeuwveld. Vanaf nu is het eenvoudig afdalen, over de sneeuw die inmiddels wel wat zachter is geworden, dan bij de morenen mogen eindelijk de stijgijzers uit doen en genieten we uit de wind onze eerste echte pauze. Laagjes kleding gaan weer uit, de laatste slokken drinken worden genomen, nog wat tochten reepjes erin en we vertrekken weer. Vlak boven de gletsjer nog in de rotsen laat Bart in een moment van onoplettendheid zijn pickel per ongeluk in de diepte verdwijnen. Shit! Das weer een duur foutje. Maar er is nog een kans dat we de pickel beneden op de gletsjer vinden aangezien we er nog langs komen op de weg naar de Rothalhütte. En warempel pech en geluk liggen dicht bij elkaar. Bart vindt zijn pickel onder op de gletsjer. Even later bereiken we de hut (3198m) en zijn we moe maar voldaan. Effe relaxen …

We genieten van het zonnetje, herpakken onze rugzakken en dalen na een uurtje rust verder af naar het Trift hotel (2337m) waar Johan ook vanuit Zermatt naar toe is geklommen. In een record tijd van 45 minuten dalen we af. In het Trift hotel worden we vrolijk ontvangen door Johan en Hugo. Hugo is een iets te vrolijke verkoper van zijn eigen gemaakte appeltaart en al z’n andere lekkernijen. Toch hebben we nu wel trek in wat lekkers en bestellen wat soup en rösti met ei en spek met wat fris. Als we willen afrekenen komt Hugo erbij zitten en rekent op een ouderwets klein Zwitsersbloknootje met potlood in noodtime voor dat we 105 Zwitserse franken mogen afrekenen. Als Nederlanders kijken we toch een beetje zuur en blijkbaar pakt Hugo het signaal op en bied ons een kopje koffie aan het het huis. We beginnen te lachen en nemen graag dit gratis aanbod aan. Dan dalen we af naar Zermatt (1608m). We passeren nog een Nederlands gezin met 2 jonge kinderen waarvan de moeder zich 4x heeft moeten herpakken om het Trift hotel te halen. Vier keer wilde ze het opgeven maar uiteindelijk heeft ze het tot tranen toe gehaald. Johan feliciteert haar nogmaals bij het voorbij lopen. Ze gaat apetrots naar beneden. Toch altijd mooi en bewonderenswaardig dat kinderen zonder ogenschijnlijke inspanning bijna omhoog rennen.
Als we in Zermatt aankomen belande we weer in het menselijke bijna Japans/Chinese circus. Zermatt wordt met het jaar een grote circus attractie. Met bijna alleen maar dure hotels, restaurants, eet- en koffie tentjes, souvenirs en juweliers tot rond worden gereden in een paarden koetsen. Het contrast kan niet groter als je net uit de bergen komt. Overigens zijn wij ook een toeristische attractie voor ze.
Zondag 16 juli, Visp.
We slapen in een oud school gebouw genaamd Jodern Bildungshaus. Dit is tenminste met z’n 4-tjes nog een beetje betaalbaar en zeer goed en netjes. Op loop afstand in het centrum waar we heerlijk pizza en een paar potjes bier de man maken met uiteraard de nodige (mannen) gesprekken.
De volgende ochtend is ons bergavontuur echt voorbij. Het was FAN-tastisch. Op naar het volgende (berg)avontuur!

BeantwoordenDoorsturen
|