Door: Bart van Bemmel
Al een tijdje hebben Wilco en ik een route in ons hoofd in het Mischabelmassief in Zwitserland, de Täschhorn-Dom traverse.
Dit zijn de twee hoogste toppen van het massief en zijn gescheiden door een kilometer lange graat, volledig boven de 4000 meter.
Om zo’n route te doen moeten de condities perfect zijn.
Maar in de bergen is het weer onmogelijk om te voorspellen…
Maandag 8 September 2025:
Op maandag rijden we richting Zwitserland.
Helaas waren de weersvoorspellingen voor de komende dagen ronduit slecht.
Zodra we het Alpen gebied inrijden begint het te regenen.
Vaak is het aan de noordkant slechter weer dan aan de zuidkant maar ook dat was helaas niet het geval.
Toch rijden we richting Täschalp om vanaf daar naar de Täschhütte te lopen.
We parkeren de auto en zien dat het weer toch wat aan het opklaren is.
Zou het dan toch toch nog goedkomen?
We beginnen aan onze tocht naar de hut en het zonnetje doet steeds harder zijn best.
We krijgen een prachtig uitzicht op de Weisshorn tegenover het dal en trekken al gauw een laagje kleding uit.
Als de zon schijnt dan is dat ook goed te voelen.
Na zo’n 50 minuten komen we aan bij de hut op 2701 meter hoogte.
We melden ons aan en kunnen direct aan het avondeten beginnen.
Na onze buiken goed gevuld te hebben vragen we aan de dame van de hut wat zij weet van de weersverwachting voor morgen.
Wat ze ons verteld is niet waar we op hopen, de hele dag bewolkt met neerslag.
Het beoogde doel is met deze omstandigheden sowieso een no-go.
Misschien dat we wel de Alphubel op kunnen komen.
De Alphubel is 4206 meter hoge vergletsjerde berg naast de Täschhorn.
Deze berg zouden we sowieso over moeten steken om bij het Mischabelbiwak te geraken, het startpunt van de traverse.
Na 10 uur zou het weer wat beter worden dus we nemen het besluit om niet om 4 uur maar om 7 uur te gaan ontbijten.
Uren door de regen lopen naar de berg om dan vervolgens doorweekt te starten met de beklimming zien we niet zitten.
De dame kijkt ons wat verbaasd aan als we onze tijd doorgeven dat we willen ontbijten.
Normaal gesproken is het uit den boze om zo laat de berg op te gaan omdat de sneeuw steeds zachter wordt naarmate de dag.
Maar nadat we vertellen dat we niet door de regen willen snapt ze dat ook wel weer.
Nu was het tijd om te gaan slapen en dan gaan we zien wat de dag ons morgen brengt.
Dinsdag 9 September:
De wekker gaat en we worden wakker na een heerlijke nacht.
Het is natuurlijk ook geen straf om ’s ochtends op te staan in plaats van halverwege de nacht.
We gaan naar beneden en eten ons ontbijt.
Het weer ziet er niet goed uit en we besluiten te wachten tot het wat beter wordt.
Rond half 10 wordt het dan eindelijk een soort van droog en we besluiten een poging te gaan wagen.
We lopen de hut uit en gaan richting de berg de instap van de route.
Na zo’n 50 minuten komen we aan bij de eerste gletsjer.
We besluiten de morene aan de rechterkant te nemen in plaats van over de gletsjer te gaan.
We komen immers nog genoeg sneeuw en ijs tegen de komende uren.
Maar even later ontkomen we er toch niet meer aan.
We moeten de gletsjer oversteken om richting een rotspartij te gaan waar de volgende ijsmassa op ons wacht.
Van de gletsjer is niet veel meer over en zodoende laten we het touw nog even in de rugzak.
Het is geen steil gedeelte en al snel zijn we bij de rotsen.
Hierna is de helling van het ijs een stuk groter maar na wederom een kort overleg nemen we ook hier het besluit om nog niet aan touw te gaan.
Er ligt weinig verse sneeuw dus de spleten zien we wel.
Ook hier gaat het vrij vlug maar de bewolking wordt wel steeds dikker en we zien steeds minder.
Langzaam maar zeker komen we steeds dichterbij het Alphubeljoch op 3772 meter.
Daar aangekomen is het zicht helemaal verdwenen.
Ook trekt de wind steeds meer aan en begint het zachtjes te sneeuwen.
De omstandigheden verslechteren meer en meer, we kunnen nog net zien waar we onze volgende stap zetten.
Nu klimmen we aan de kant van het Saasdal omhoog en daar is beduidend meer verse sneeuw gevallen.
We zien links van ons de sneeuwgraat dat leidt naar de Eisnase, een wat steilere route naar de top.
Normaliter is dit een route dat juist vroeg in het seizoen in conditie is maar het is wel korter dan de normale route.
We zijn er al gauw uit, we nemen de Eisnase.
Ik ga voorop richting de graat.
Dit gaat vrij steil omhoog en vanwege de verse sneeuw is het hard werken.
Wilco stelt af en toe voor om van positie te wisselen maar ik roep dat het nog wel gaat.
Maar na een tijdje sneeuwstampen op 4000 meter hoogte begin ik toch wat vermoeid te raken en Wilco merkt dat al snel op.
We wisselen en binden ons ook in.
We zien verderop een forse gletsjerspleet en veiligheid voor alles.

Wilco traverseerd vlot door het spleten gebied en dan komen we op de topgraat.
Hier klauteren we eerst over een rotspartij heen voordat we dan eindelijk bij de Eisnase zijn.
Natuurlijk is deze totaal uit conditie, geen plukje verse sneeuw maar alleen ijs.
Dat maakt de klim toch even andere koek.
Wilco klimt het eerste deel omhoog en besluit voor de zekerheid een ijsboor te plaatsen.
Ik heb mijn technische stijgijzers meegenomen en dat klimt toch wat makkelijker in steiler ijs dan de gewone stijgijzers van Wilco.
Na de Eisnase komen we uit op het kilometer brede sneeuwplateau van de top.
Wilco begint te filmen en roept: We hebben hem!
Maar helaas moest ik hem toch vertellen dat we nog enkele meters omhoog moeten richting het nog niet zichtbare topkruis.

We lachen erom en lopen door over de inmiddels brede graat.
Vanwege de dichte mist is het zo moeilijk om te zien waar we onze voeten zetten dat we af en toe een misstap maken en naast de graat terecht komen.
Ach, van de Alphubel afvallen zou een prestatie zijn dus we lopen de laatste meters vol goede moed door.
En dan doemt het topkruis eindelijk op uit de mist.
Hèhè, we zijn er!

We maken wat foto’s en video’s en nemen een korte pauze.
Maar al gauw koelen we af door de snijdende wind en beginnen onze afdaling via de normale route.
De wind trekt steeds meer aan en de sneeuw waait nu haast horizontaal in ons gezicht.
Soms kan ik bijna mijn ogen niet open houden.
Ook raken we langzaamaan steeds meer doorweekt.
Tijd om weg te wezen hier!
Waar we voor ons gevoel van het Alphubeljoch vrij vlot op de top waren lijkt de afdaling terug naar het joch een eeuwigheid te duren.
We traverseren enkele honderden meters boven de op de GPS aangegeven route omdat we niet te laag willen uitkomen.
Na een behoorlijke tijd ploeteren krijgen we zicht op ons volgende doel, het Alphubeljoch.
Ik neem steeds vaker een korte pauze en roep naar Wilco dat ik het even zwaar heb.
Hij begrijpt mij volledig en roept terug: ‘Dat mag!’
Op het Alphubeljoch aangekomen dalen we af over de steilere gletsjer maar gaan compleet de verkeerde kant op.
Nog steeds zitten we in een complete white-out en daarom kijk ik vaak op mijn telefoon of we nog goedkomen zitten.
En gelukkig maar want ik heb geen idee waar we naartoe aan het lopen zijn.
Maar nu zitten we op de juiste route en even later ziet Wilco onze sporen van de heenweg.
We vliegen haast naar beneden nu de route duidelijk is en laten beide gletsjer al gauw achter ons.
We komen steeds lager en het zicht wordt ook steeds beter, eindelijk kunnen we weer wat zien van de omgeving.
Aan de voet van de gletsjer bergen we ons klimmateriaal op en wandelen terug naar de hut.
We vragen ons hardop af of dit deel op de heenweg ook zolang was want er lijkt geen eind aan te komen.
Af en toe kijk ik op mijn horloge hoe hoog we nog zitten, een duidelijk signaal dat het mooi is geweest voor vandaag.
Bij de hut gooien we onze lompe bergschoenen uit en gaan naar binnen om wat te drinken.
Even opwarmen in de hut en bijkomen van de geleverde strijd.
We zijn beide dit jaar niet veel op grote hoogte geweest en dat merk je dan toch.

Wilco heeft een fantastische succesvolle expeditie achter de rug over de Stille Oceaan om bewustzijn te creëren dat schoon drinkwater niet vanzelfsprekend is en we te veel water verspillen waar we zo afhankelijk van zijn.
Ikzelf heb een soort sabbatical gehouden van de hogere bergen omdat ik de keuze heb gemaakt om aandacht te geven aan mijn zieke moeder en haar maximaal te willen verzorgen.
Soms is een stap terug nodig om daarna weer twee stappen vooruit te zetten.
Na onze pauze is het tijd om richting de auto te gaan en weer naar de bewoonde wereld te rijden.
We sluiten de dag af met een heerlijke pizza en groot glas bier.
Wilco, bedankt voor het luisteren naar mijn struggles en je adviezen.
Een trouwe klimpartner is belangrijk, een trouwe vriend nog veel meer.
Proost!




