Dag 45

We zouden vroeg vertrekken met de jeeps. Cas en ik hadden heerlijk geslapen en gelukkig geen last gehad van muggen. Ook was het gaan regenen waardoor het lekker afkoelde. Maar er was weinig haast. Eerst rustig ontbijten wat hier inhield een enorm zout noedelsoepje met ei en een paar koppen thee. Daarna werd de jeep volgeladen met onze bagage en klimmen we maar liefst met 10 man in de Mahindra jeep. Voorin de chauffeur met Josette en een Sherpa. Op de achterbank Nurri, ik, Cas en Lolo. Als we normaal naar achteren gingen zitten zaten onze heupen zo strak dat het niet te doen was. Achterin de bak zaten nog minstens 3 Sherpa’s en het hulpje van de chauffeur ging aan de imperial. Die moest er af en toe afspringen om gaten in de weg te dichten. De weg was zo slecht en ging zo steil omhoog en omlaag dat ik me afvroeg of ik zelf sommige stukken met mijn Toyota Land Cruiser 4.2 liter diesel wel gereden zou hebben zeker met zoveel bagage en 10 man! Het was werkelijk niet normaal. En tekens stopte de chauffeur om hem in zijn lage gearing te zetten. En dan weer een heel klein stukje in de normale. Haarspeldbochten moesten ook minimaal 2x genomen worden met steken. En tot overmaat van ramp stond de radio keihard met Nepalese muziek, zat de chauffeur om de 5 min te bellen, schreeuwde Nurri er nog weer boven uit via zijn mobiel om letterlijk knettergek van te worden. En als de chauffeur gebeld werd had hij zo’n vreselijk irritante ringtone in de vorm van een muzieknummer. En meestal was hij te druk met sturen en kon hij niet opnemen waardoor die ringtone maar bleef doorgaan. Nu was het al zeer irritant voor mij maar Cas was weer ouderwets wagenziek en kon al helemaal geen overkill meer aan prikkels hebben. Talloze keren vroeg hij vriendelijk of de radio zachter kon. Maar telkens stond het volume weer op 10. Cas werd steeds korter van stof en op het laatst riep hij gewoon in het Nederlands: volume zachter! Uiteindelijk begrepen ze het en zette de radio uit. Alleen jammer dat dit pas op de laatste 5 kilometer gebeurde. Het was ook nog eens benauwd en erg jammer in de jeep. Ik moest me continue aan beide kanten vasthouden aan de handels in het dak. Echt heel ongemakkelijk. Cas lag voorover over de voorstoelen. Heel af en toe stopte we om te plassen. Er leek geen einde aan te komen en de weg leek maar omhoog te gaan. Onderweg langs een enorme wild stromende rivier waren ze een gigantische dam aan het bouwen. Een bouwwerk met zoveel bouwvakkers en constructie materialen dat je je werkelijk afvraagt moe hoe hebben ze dat in vredesnaam daar gekregen? Er lagen zoveel ronde stalen hulzen met een diameter van minimaal 3.5m. Die werden ter plekke in een soort profesorische loods gebogen en gelast. Maar hoe krijgen ze die gigantische staalplaten door. En alle andere machines als shovels en hijskranen. Afijn wij hobbelde alweer hudsend en butsend verder. Hoe in vredesnaam hou die auto dat. Overigens zijn er maar weinig van dit soort jeeps want je lijkt wel gek als je hier je auto voor verhuurd. Op een gegeven moment komen we de hoek om en staan er twee tractoren over de weg geparkeerd. Ze zijn afgeladen met staaldraad of eigenlijk betonijzer. Duidelijk is dat de lading te zwaar is en ze de slechte steile weg niet opkomen. Even denk ik dit is het dan. Wij kunnen er met geen mogelijkheid door en zijn kunnen of gaan niet aan de kant. Rest van de dag wachten tot er een oplossing komt. Maar het lost zich wonderboven wel van zelf op. De twee tractoren gaan zo goed als zo kwaad aan de kant door zich weer naar beneden te laten glijden. Met de voorwielen los van de grond glijden ze naar achteren. Met als resultaat dat ze wel het hele pad kapot maken en dus het hulpje van de chauffeur weer stenen in de gaten moet gooien zodat wij er overheen kunnen. Afijn zo gaat het de hele dag door. Als we eindelijk Taplejung bereiken stappen we over op een andere jeep. Deze is kleiner en dus blijven er 3 Sherpa’s achter. We rijden tot 00.00u door wat geen pretje is. Ik ben best pist want Cas is inmiddels wagenziek en Urri had een tijd afgegeven van 21.00u. Als ik informeer om 21.00u hoe lang nog al deze bochten, het vol in de remmen en weer vol optrekken dan antwoord Nurri non 1,5 tot 2 uur. Ik wordt bijna pist. Cas houd het bijna niet. Het overgeven staat hem nader dan het lachen. Maar wat te doen. Nou mij lijkt het heel makkelijk. Gewoon het eerste beste hotelletje en morgen verder. Morgenochtend hebben we notabene tijd over! Maar neen de mannen willen perse doorrijden. Ik voel me zo ongemakkelijk tov Cas. Er lijkt werkelijk geen einde aan de weg te komen. In het pikken donker zie je wel lampjes naar je hebt werkelijk geen idee waar je heen rijdt. Als we dan werkelijk eindelijk rond middennacht aankomen op de plek kunnen de mannen de overnachtingsplek niet vinden. Het zogenaamde Sherpa hotel & Lodge. Eerst ben ik nog zo geïrriteerd dat ik gelijk naar mijn bed wil. Maar Nurri is ineens de gulle Sint. Hij trekt gelijk wat biertjes open en doet net alsof er niks aan de hand is. Cas is zo verstandig gelijk met een fles water naar bed te gaan. Ik laat me met Lolo weer overhalen tot wat biertjes. Eten schiet er uiteraard bij in.