Dag 20 – naar 6700 m (bijna C3)

Het is allang licht maar nog ijskoud met overal rijp aan de binnenkant van de tent. Waar je op wacht is de zon! Die verwarmt eindelijk na een eindeloze nacht je tent en maakt het leven weer mooi. Maar met name in kamp 2 duurt het erg lang voordat de zon over de berg komt. Om 7.40u komen dan de eerste straaltjes en rond 8.00u is het behaaglijk. De brander gaat als eerste aan en niet veel later zitten we aan ons eerste kopje thee. Daarna een klein ontbijtje. Daarna het vullen van de Nalgene liter flessen met high intensity poeder. En dan beginnen we met aankleden om richting kamp 3 te gaan klimmen. Gelukkig dit keer met nauwelijks gewicht in de rugzak. Wel een donsjas omdat het hard en koud kan gaan waaien. We sluiten de tent en stapje voor stapje zetten Cas en ik de eerste stappen richting kamp 3. We zien heel in de verte heel hoog stipjes klimmers bij elkaar. Dat zijn Sherpa’s die aan de route werken. Dat helpt enorm. In 2018 was er veel gezeur tussen de verschillende Sherpa teams. Wie doet wat voor wie en hoeveel. Wij maakte toen de fout ons veel te afhankelijk op te stellen van de voortgang qua touwen fixeren. Dat overkomt ons niet nog een keer. Daarom zijn we nu onafhankelijk met eigen tenten, touw en een duidelijke strategie waar de 2 hoogtekampjes neer te zetten en waar te bivakkeren tijdens de toppoging en hoe te vertrekken etc. Maar tot dus ver loopt alles gesmeerd. De Sherpa’s van de verschillende teams werken uitstekend samen. En dus is het voor ons ook appeltje eitje om op lastige stukken de vaste touwen te pakken die ze hebben aangebracht. Dat scheelt dat Cas en ik onderling voortdurend aan één touw hoeven. Ook nu weer is de route anders en eenvoudiger. Was er in 2018 een steile ijsmuur die overwonnen moest worden met een ijsbijl kunnen we nu al slingerend door de geweldige woeste gletsjer ons een weg omhoog banen wel tussen enorme seracs en gletsjers spleten door. Daar moet je om de drommel niet invallen want zelf aan een touw heb je een enorme uitdaging. Jammer dat we eigenlijk nooit de tijd nemen om één van die gigantische spleten af te dalen om te filmen en of te fotograferen. Het is echt zo’n kunstzinnig stukje overweldigende natuur, dat kun je niet uitleggen. Dodelijk maar tegelijkertijd zo’n schoonheid. Marco haalt ons onderweg in en in het begin klimt Rudi de Vlaming nog met ons mee. Maar na een aantal uur zien we niemand meer. Rudi blijkt omgekeerd te zijn en Marco is ver voorruit. We klimmen in ons eigen tempo gestaag door. Gevoel en tijd laat je al snel in de steek. Ik heb het gevoel dat we al ruim over de helft van de dag heen zijn als blijkt dat het 12.00u is. Kamp 2 ligt ver in de diepte en we zien de Sherpa’s werken aan de laatste hoogtemeters naar kamp 3. Als we een topje overkomen en er weer een klim voor ons ligt zien we Marco komen afdalen. Hij zegt ons dat we niet veel verder kunnen omdat ze druk bezig zijn met de route te fixeren. Marco reikt ons nog een stuk lekkere reep aan en nemen afscheid. Niet veel later aangekomen bij het einde van de vaste touwen kijken we op onze hoogtemeter. 6700m. Het is mooi geweest. We keren om en gaan heel beheerst en rustig afdalen terug naar kamp 2 voor onze 2e nacht.
Na een uurtje afdalen zijn we terug bij onze tent in kamp 2 op 6100m. Direct na inspanning heb ik altijd wel zin in eten. Als ik eenmaal ga liggen en uitrusten daarna niet meer. Ik pak mijn broodje met groente hamburger en eet hem gulzig op. Ik zeg nog tegen Cas dat ik twijfel of dat wel een goed idee is. Het broodje is van eergister en heeft een dag in de warme tent gelegen. Afijn, het smaakt goed dus het zal wel los lopen. We drinken en eten er nog het een en ander bij en gaan rond 19.00u weer proberen te slapen. Uiteraard lukt dat weer voor geen meter maar weten dat we de volgende morgen met het zonnetje gaan afdalen maakt een hoop goed. De kennis dat je dan vroeg aan de lunch zit in het BC geeft je vleugels. Maar zover is het nog niet.