Midden in de nacht voel ik ineens enorme aandrang. Het is onlogisch maar handel snel. Ik moet poepen roep ik. Cas die ook wakker ligt reikt met de toiletrol aan in de plastic zak. Ik haast me in mijn merino longjohn ondergoed naar buiten op mijn buitenschoenen en weet nog net de rits van mijn achterflap open te ritsen en er komt een partij diarree naar buiten. Gelijk weet ik dat het broodje van vanmiddag bedorven is geweest en ik de Sjaak ben. Maar ik denk nog ach het zal wel loslopen. Terug in de tent warm ik mezelf weer op en ben blij dat het niet mis is gegaan in mijn slaapzak. Man o man dat zou wat zijn geweest. Al draaiend komen we de eindeloze nacht weer door. Zon o zon waar blijf je….. Ik kijk bewust niet op mijn horloge, dat frustreert alleen maar. Maar nog voordat de zon de berg over is voel ik weer die aandrang. Nog sneller pak ik de rol, schuif mijn voeten in mijn overschoenen en weet weer net de tent uit te komen om in de ijskoude wind met spindrift te hurken en een tweede lading dunne diarree eruit te spuiten. Het gekke is ik voel me niet ziek maar dit oogt niet best. Terug in de tent warm ik weer op en roept Cas nou het is maar goed dat we gaan afdalen. Dat ben ik roerend met hem eens maar tegelijkertijd weet ik dat het eerste stuk wat we op de heenweg moesten abseilen nu loodrecht omhoog moeten klimmen. Ik zie er nu al tegen op. Afijn, we maken thee, nemen een klein ontbijtje, stopen nog een reepje in de rugzak met een liter energy drink en stappen de tent uit. Gelukkig is het prachtig weer. De wind is koud maar die is bij tijd en wijle weg. We sluiten te tent af en beginnen aan de afdaling. En na 15 minuten zijn we bij de steile klim. Er zijn wat klimmers voor ons dus we moeten even wachten. Direct voel ik weer dat ik aandrang krijg. Maar hemel waar moet ik uit de kleren. Rugzak af, klimgordel af, broek naar beneden en dan ergens zitten. Ik vraag Cas of hij het wc papier bij de hand heeft. Helaas is het antwoord nee. Ik klim omhoog tot onder een rotsband waar ik een minuscule mogelijkheid zie om mijn 3e lading diarree te laten ontsnappen. Pfpfpf, wat lucht dat op. Maar daarna alles weer aan en die loodrechte passage beklimmen. Ik zie er als een berg tegen op. Mijn krachten worden met de minuut minder. Cas bemoedigd me met de woorden: rustig aan man, komt goed! Diep in mijn hart weet ik dat ook maar nu moet ik er wel effe mee dealen. Stapje voor stapje hijs ik me via de Jumar en mijn gelukkig nieuwe scherpe stijgijzers omhoog. Om de paar stappen hijg is als een paard uit. Ik kijk schuin omhoog en zie dat Cas eral weer is. Tjonge jonge jonge wat kan zo’n prachtige sport veranderen in een drama. Even gewisseld worden of de wedstrijd staken is er niet bij. Je moet door. Ik knok me een weg omhoog weten dat mijn slaapzak wacht in BC met voldoende warme thee. Eindelijk bereik ik het sneeuw graatje waarna het als maar afdalen is. Ook dat kost nog de nodige kracht maar gelukkig bereiken we BC waar de kok ons al opwacht. We genieten van de lunch en ik ga ervan uit dat de diarree snel verdwijnt. In de middag dommel ik prins heerlijk weg in mijn tentje en kan nu al uitzien naar de nacht.
